Wat is zomernachtventilatie?
Zomernachtventilatie is kort gezegd het uitsluitend via natuurlijke luchtstromen ventileren van een woning met als doel om oververhitting van de woning tegen te gaan. ’s Nachts ventileren heeft dan de voorkeur. De term zomernachtventilatie komt voort uit nieuwe regelgeving (BENG, https://www.groenhart-houtskeletbouw.nl/kennisbank/beng/). Hierdoor moet iedere nieuw te bouwen woning aan veel strengere en betere eisen voldoen dan voorheen. Zo wordt er veel beter gekeken naar de opwarming van woningen en moeten de woningen aan een dimensieloos getal voldoen (TOjuli) dat aangeeft of de woning in de zomer te veel zal opwarmen.
Zomernachtventilatie helpt in het beperken van deze opwarming en is soms niet te vermijden om de TOjuli te halen. De genoemde natuurlijke luchtvolumestromen komen tot stand via roosters, luiken, kleppen en te openen ramen. Voorzieningen die worden meegenomen voor zomernachtventilatie, zoals de doorlaten (ramen of andere openingen), moeten in geopende stand inbraak-, insect- en regenwerend zijn. De NTA8800 geeft regels aan waar de ventilatieopeningen aan moeten voldoen:
De doorlaten die van buiten bereikbaar zijn, moeten in geopende stand inbraakwerend zijn volgens NEN5096.
Gevelopeningen zijn bereikbaar als de onderzijde lager dan 5,5 m boven het aansluitende maaiveld of een opklimbaar bouwdeel ligt. Een bouwdeel is opklimbaar als de hoogte vanaf het maaiveld minder dan 3,5 m bedraagt. Voor doorklimmen moet een hoogte van 2,4 meter worden aangehouden. Let op, openingen kunnen ook vanaf een dak bereikbaar zijn als vanaf het dak een positie bij de opening (bijvoorbeeld een galerijvloer of dak uitbouw) kan worden bereikt op 3,5 m of minder (afspringen).
Openingen zijn voldoende inbraakwerend als zij niet groter zijn dan 0,4 m bij 0,25 m of een diameter hebben van maximaal 350 mm. Grotere openingen die bereikbaar zijn zullen van lamellen of een rooster moeten zijn voorzien.
Om aan de voorwaarde van insectwerendheid te voldoen, moeten openingen met een hellingshoek groter dan 45° (zie ook paragraaf 11.8.2) voorzien zijn van een gaas of geperforeerde plaat waarin geen openingen voorkomen met een maaswijdte van 3 mm of groter. De insectenwering mag een vaste of beweegbare hor of een gaasconstructie zijn die nagelvast aan de opening is bevestigd. Dit voorkomt dat ongedierte en insecten de woningen kunnen binnendringen.
De regenwerendheid van de openingen houdt in dat regenwater mag doorslaan maar dat er geen plassen mogen ontstaan. Voor dakopeningen (hellingshoek kleiner dan 75°) geldt meestal dat er een regensensor met automatische bediening moet zijn om dit te borgen.
Een laatste voorwaarde voor de doorlaten voor de zomernachtventilatie is dat de bediening ervan op maximaal 1,8 m boven het vloeroppervlak moet liggen.